Heel wat ouders in mijn trainingen doen een beetje lacherig als ik vraag of ze aan curling doen. Toch curlen ze bijna allemaal. In overdrachtelijke zin tenminste. Bij curling wordt een schijf door een speler over het ijs geschoven, tot zo dicht mogelijk bij het doel. Zijn temgenoten zijn uitgerust met borstels waarmee ze het ijs zo glad mogelijk poetsen. De schijf kan zijn weg daardoor gladjes en geruisloos afleggen. En precies met dit proces gaat de vergelijking op: het kind is de schijf, de ouders de poetsers. Ze poetsen het pad des levens van hun kind glad, zodat het kind zo min mogelijk hobbels tegenkomt.
Maar helaas heb ik slecht nieuws. Curling werkt contraproductief. Kinderen die nooit een hobbel tegenkomen, die nooit stroefheid meemaken, die nooit een fout mogen maken, die nooit eens een deksel op hun neus krijgen, hebben het juist heel moeilijk. Ik las onlangs deze spreuk: Lijden is in feite onontbeerlijk voor geluk. Je moet weten wat kou lijden is om het lekker warm te hebben. En het klopt: je moet moeilijke dingen tegenkomen en overwinnen om je zelfverzekerd en gelukkig te voelen. En daar gaat het nu juist zo vaak mis. Ik zie in mijn praktijk regelmatig betutteling, overbescherming, verwennen, teveel voor ze doen, meegaan in smoesjes, oplossingen aandragen, etc. Zo hoeft het kind nooit zijn hersens te gebruiken en neemt het geen verantwoordelijkheid voor zijn leven.
Uiteraard is het je taak als ouder om je kind te beschermen bij gevaar of te helpen bij echte problemen. Maar wat leer je je zoon van 12 als je zijn lunchtrommel nabrengt omdat hij die vergeten is? Welke boodschap geef je je kind? Je leert hem dat hij geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen. Boodschap: andere mensen regelen het toch wel voor je.
Sommige kinderen doen hun uiterste best om hun ouders flink te laten curlen. Ik kan de kinderen die heftig drama maakten van het (te laat) maken van hun huiswerk, in mijn praktijk niet op 1 hand tellen. Kinderen die hun ouders voor hun karretje spannen, bijvoorbeeld om op school maar niets te hoeven doen. Kinderen die zulk aangeleerd hulpeloos gedrag laten zien dat ze lamlendig op hun stoel hangen en afwachten wat hun nu weer gaat overkomen.
Wat moeten ouders (en leerkrachten) dan wel doen? Leer je kind dat hobbels in het leven erbij horen door hem precies zoveel verantwoordelijkheid geven als bij hem nodig is. Of eigenlijk net een beetje meer, want we onderschatten kinderen vaak nogal. Je begeleidt van een afstandje, bent een warme back-up als hij het even zwaar heeft, laat hem fouten maken en herstellen, coacht als hij dat nodig heeft en doet verder zo min mogelijk. Deze aanpak zal in het begin op heel veel verzet stuiten. Maar hou vol, want je kind zal zich trots gaan voelen over wat hij bereikt, vooral omdat hij het op eigen kracht heeft gedaan. En dat is iets wat iedere ouder eigenlijk wil voor zijn kind. Toch?
Deze column verscheen in aangepaste vorm in maart 2015 in het magazine Gifted@248 van 248media