Leren of presteren – hoe krijg je leerlingen in de groeistand?

Zien leerlingen school meer als een plek waar ze kunnen laten zien wat ze al kunnen, dan een plek waar ze dingen doen die nieuw voor ze zijn? Dan belemmert dat hun ontwikkeling.

Veel ouders, leraren en scholen doen hun best om kinderen te stimuleren om zo goed mogelijke cijfers te halen of zo goed mogelijk te presteren. Maar het blijkt, volgens Eduardo Briceño (co-founder en directeur van het bedrijf Mindset Works, USA), dat de nadruk op prestatie juist de ontwikkeling, vooruitgang én -hoe ironisch- de prestatie belemmert. Dat heeft te maken met het verschil tussen presteren en leren.

Een mooi voorbeeld hiervan is Cirque du Soleil, een team artiesten dat op bijzonder hoog niveau presteert. Wanneer wij hun show zien met perfecte acts en verbazingwekkende acties, zien we maar een fractie van hun dag, waarin de focus ligt op het presteren: het laten zien van alle vaardigheden die zij kunnen.
Zij kunnen alleen maar zo’n hoog niveau bereiken omdat ze achter de coulissen vele uren en dagen doorbrengen in hun leerzone: de zone waarin ze voortdurend bezig zijn met oefeningen die gericht zijn op het leren, op beter worden. Ze concentreren zich volledig op de vaardigheden die zij nog onder de knie moeten krijgen en rekenen erop dat ze fouten maken waar ze dan van kunnen leren.  

Voor ieder leerdomein geldt deze conclusie: hoe meer tijd je in de leerzone doorbrengt, hoe meer je vooruitgaat.

Leerzone versus presteerzone

Briceño nam leraren onder de loep door te vragen of ze dachten dat hun leerlingen school zagen als een leerzone of als een presteerzone. In zijn onderzoek bleek dat meer dan tweederde van de leraren aangaven dat hun leerlingen school zagen als een presteerzone. De leerlingen dachten daar overigens exact zo over.

Maar als leerlingen school zien als een plek waar ze moeten laten zien wat ze al kunnen, meer dan een plek waar ze kunnen focussen op de dingen die ze nog niet weten, hoe kunnen ze zich dan substantieel ontwikkelen?

Het zijn de volwassenen die de nadruk leggen op het presteren op school. Door de druk om veel onderwerpen te behandelen in de les zijn leraren meer geneigd om vaak snel naar de juiste antwoorden toe te werken, dan om fouten en lastige onderwerpen te onderzoeken. Het gevolg is dat de leerlingen snel doorhebben dat van ze verwacht wordt dat ze snel het goede antwoord moeten geven. En dat leidt tot het focussen op wat ze al weten of kunnen, in plaats van dieper op de stof in te gaan en vragen te stellen bij de stof.

Ze voelen dan ook al snel aan dat ze bij leraren, ouders en medeleerlingen vooral in de smaak vallen als ze dingen góed doen. En het beangstigt ze om fouten te maken en ze zullen daarom lastige opdrachten en vragen waar ze wél iets nieuws van leren vermijden.

Van presteren naar leren

Gelukkig vindt er een verandering plaats van oppervlakkig leren naar deep-level-thinking. De verschuiving in instructie creëert mogelijkheden voor discussies over complexe problemen, waar niet gezocht wordt naar één juist antwoord, maar gezocht wordt naar verschillende perspectieven, verwarrende zaken of misinterpretaties. Deze houding bevordert het betreden van de leerzone.

Wanneer er fouten gemaakt worden, is dat een mooi moment om ze te onderzoeken, om te bekijken wat er van geleerd kan worden. Wanneer de lesstof te makkelijk is, moet er een uitdagender niveau aangesproken worden. Dit soort benaderingen geven de leerlingen het signaal dat ze in school zijn om de competenties die ze nog niet beheersen te ontwikkelen.

Leerlingen zien school ook als een presteerzone als hun werk en huiswerk alleen wordt nagekeken op correctheid, liefst met cijfer als beoordeling. De leerzone wordt juist bereikt als zij feedback krijgen op hun vaardigheden waar ze weer van kunnen leren. Deze feedback kan van zowel de leraar komen als van hun klasgenoten.

Wanneer leerlingen gedurende de hele dag interessante, complexere taken onderzoeken, en feedback krijgen van de leraar, die gericht is op het bespreken hoe iedereen zichzelf verder kan ontwikkelen, staan zij constant in hun leerzone.

Tot slot, als we willen dat onze leerlingen levenslang willen leren, dan moeten we zelf daarvoor een goed rolmodel zijn. Dit doen we door met onze leerlingen te delen waar we onszelf in ontwikkelen, aan de leerlingen feedback te vragen, onze twijfels en fouten te delen en laten zien wat we van onze leerlingen leren, zowel persoonlijk als professioneel.

Ook plek voor de presteerzone

De presteerzone hoeft niet te verdwijnen. Het is de plek die ons de kans geeft om te laten zien hoe we dingen onder de knie hebben gekregen. En wanneer de risico’s hoog zijn, zoals bij het bouwen van een brug of het uitvoeren van een operatie, dan willen we juist in onze presteerzone zijn zodat we onze taak goed uitvoeren.

Op school willen we dus dat de leerlingen tijdens summatieve toetsen zich focussen op wat ze weten en kunnen. En tijdens momenten dat ze hoog in een wandrek hangen willen we dat ze hun best doen en zo min mogelijk fouten maken.

Op andere momenten willen we graag dat ze zich focussen op wat ze nog niet kunnen, en ze helpen hoe ze zich daarin kunnen ontwikkelen. Want als leerlingen de hele tijd in hun pressteerzone zijn, belemmert dat niet alleen hun groei en plezier, maar, ironisch genoeg, op de lange termijn ook hun prestaties.

Dit artikel verscheen eerder in The Guardian