De Groeimindset is in onderwijsland momenteel overal. Een congres is niet compleet zonder een workshop over mindset, op de socials vliegen de groeimindset-quotes om je oren en scholen proberen de groeimindset tot in hun vezels te laten doordringen.
Maar toch komen wij steeds vaker leerkrachten en docenten tegen die uitspraken doen in de trant van: “Oh ja, mindset… ja daar ben ik ooit wel mee begonnen, maar dat is een beetje verdampt.” Of: “Ja, die Groeikaartjes heb ik aangeschaft maar daarna ben ik ze vergeten. Zonde!”
Wat is er aan de hand? Waarom raakt de groeimindset naar de achtergrond, terwijl de meerwaarde zo duidelijk gevoeld wordt? Hieronder vind je de top 5 redenen waarom de ontwikkeling van de groeimindset kan blijven steken op een school.
James Anderson, op wiens artikel deze blog is gebaseerd, vraagt zich terugkijkend af waarom de groeimindset niet beklijft op zijn school:
- Je kunt niet starten met de groeimindset
Er ken dat leraren altijd al een belangrijke rol spelen in het ontwikkelen van overtuigingen van hun leerlingen. We ontwikkelen namelijk al overtuigingen bij kinderen voordat ze naar school gaan!
Carol Dweck heeft niet de vaste en groeimindset bedácht – ze bestonden al. Zij heeft deze eenvoudigweg ontdekt. En vervolgens heeft ze met haar publicaties ons overtuigd hoe belangrijk deze mindsets zijn bij ontwikkeling.
Door op school te ‘starten’ met de groeimindset geven we eigenlijk het signaal dat we denken dat we het tot nu toe ‘verkeerd hadden gedaan’. Maar leraren doen al veel geweldige dingen om de juiste overtuigingen bij de leerlingen te stimuleren. We moesten dus niet van ‘verkeerd’ naar ‘goed’ denken, maar meer: we doen al veel dingen goed, en hoe kunnen we dit nóg beter doen?
We zijn dus nooit ‘gestart’ met het ontwikkelen van overtuigingen en we kunnen er ook nooit mee stoppen. Het kan hooguit geen actief ontwikkelingsonderwerp meer zijn binnen school. En als die aandacht verslapt, missen we een kans om er beter in te worden.
- Er is geen garantie dat leerlingen een groeimindset ontwikkelen
De theorie van de Vaste en Groeimindset wordt nogal eens versimpeld. Dat leidt er soms toe dat we geloven dat we leerlingen van mindset veranderen als we ons gedrag op bepaalde vlakken veranderen. Maar dit is te simplistisch en onrealistisch gesteld.
Het geven van groeicomplimenten of het modellen van groeimindsetgedrag zorgt er niet voor dat leerlingen een Groeimindset ‘hebben’. Tenminste, niet op de korte termijn die veel leraren verwachten.
De Vaste en Groeimindset zijn twee uiteinden van een spectrum. Ons langetermijndoel zou moeten zijn om leerlingen binnen dit spectrum steeds meer te laten opschuiven naar een groei-benadering. Een daadwerkelijke verandering binnen dit spectrum is niet iets wat van vandaag op morgen gebeurt, maar eerder jaren duurt.
Wanneer je verwacht dat je door alleen ‘lessen in Mindset’ leerlingen een Groeimindset krijgen, krijg je dus al snel het gevoel dat je gefaald hebt. Het zou mooi zijn als je aan het einde van het schooljaar kunt zeggen dat 15 van de 20 leerlingen een Groeimindset hebben. Maar dat is onmogelijk. Je kunt hooguit meten hoeveel de leerlingen zijn opgeschoven naar groei binnen het spectrum.
Zoals Dweck in 2017 benadrukte: “A Growth Mindset is not a declaration, it’s a journey.”
Dit moeten we goed beseffen.
- Werken aan de symptomen, niet aan de oorzaak
Een mindset is jouw overtuiging over je basale kenmerken: je talenten, je capaciteiten, je intelligentie. Deze overtuigingen creëren je -wat psychologen noemen – je unconscious bias: hoe je je gedraagt op onbewuste momenten. Je gedrag op zo’n moment kan gezien worden als symptoom van je onderliggende overtuigingen.
In lijstjes die op bijvoorbeeld social media rondgaan, vind je dat gedrag (de symptomen dus) terug. Het groeimindsetgedrag op die lijstjes klinkt ons leraren als muziek in de oren: aangaan van uitdagingen, doorzetten als het lastig wordt, etc. Het gevaar is echter dat we vergeten dat er overtuigingen liggen onder het gedrag en alleen het gedrag (de symptomen dus) benadrukken en bijsturen.
We vragen leerlingen dan om zich te gedrágen naar een groeimindset, zonder de (onbewuste) overtuigingen aan te pakken. In plaats van te zeggen ‘ik kan het niet’, vragen we ze te zeggen ‘ik kan het nóg niet’. Eigenlijk vragen we ze dan om te doen alsóf ze een groeimindset hebben.
Het is verleidelijk om leerlingen op deze manier te benaderen, omdat het snel resultaat lijkt te geven. Maar helaas hebben deze quick-fix-manieren weinig effect op de onderliggende overtuigingen van de leerling.
Er zijn ook manieren om de overtuigingen van leerlingen over hun capaciteiten daadwerkelijk te stimuleren richting de groeimindset. Dweck maakte het programma Brainology, waarin leerlingen leerden hoe hun brein zich ontwikkelt. Ook wij, van Platform Mindset, proberen materialen te maken om niet het gedrag te sturen, maar de onderliggende overtuigingen aan te pakken, zoals onze Groeikaarten, Mindset Kwartet en de activiteitenmap Groei in je Groep. Helaas blijken de snelle, gemakkelijke ‘laat dit gedrag zien’-technieken toch meer gebruikt te worden, waardoor uiteindelijk geen langdurige verandering van mindset in werking wordt gezet. Met gedesillusioneerde leraren tot gevolg…
- Mindsetlessen betekenen niet automatisch groei
Veel leraren hebben niet goed begrepen dat een groeimindset niet groei op zich is, maar een uitnodiging tot groei. Een leerling met een groeimindset zal eerder aan het leren gaan, maar het is niet vanzelfsprekend dat dat leren ook effectief is. De manier van werken (de aanpak en de inzet) spelen een cruciale rol. “Ik kan het nog niet” wordt dan “Ik kan het nog steeds niet”.
De enorme groei die sommige leraren verwachten van de groeimindset is ook niet echt reëel. De bescheiden winst die de groeimindset op korte termijn oplevert voor een leerling kan desillusionerend werken voor de leraar, waarna hij op zoek gaat naar iets anders wat meer groei belooft. Uiteindelijk worden we namelijk beoordeeld op hoeveel groei we hebben bereikt bij een leerling, niet op hoeveel overtuiging tot groei we hebben ontwikkeld!
Daarbij, we moeten leerlingen niet alleen leren dat ze in staat zijn om te groeien. We moeten ze ook leren hóe ze kunnen groeien. We moeten onze nadruk dus verleggen naar de leerprocessen en het leergedrag van de leerling.
- Het gaat niet alleen om de leerlingen!
Veel scholen vergeten dat de groeimindset niet alleen om de leerlingen draait!
Dweck en haar Collega Mackie omschreven het gevaar van de ‘valse mindset’ – iemand die de groeimindset uitdraagt, maar wiens gedrag (geleid door zijn unconscious bias) vooral de vaste overtuigingen laat zien. Dit zien we regelmatig terug bij leraren.
John Hattie benadrukte ook eens dat de effectgrootte van vaste of groeimindset klein was, omdat de volwassenen een vaste mindset hadden en vanuit die overtuigingen met leerlingen omgingen.
De grootste bijdrage aan de mindset van leerlingen is dus niet die ene les, een mooie poster of groeitaal. Dat zijn allemaal bijzaken. Het gaat om de mindset van ons – de leraren. Als wij die groeimindset echt omarmen, kunnen we iedere dag die groeimindset-boodschap geven. Vanuit ons onbewuste laten we dan groeigedrag zien!
Tot slot
Natuurlijk, er zijn veel onderwerpen die belangrijk zijn in het onderwijs, modegrillen genoeg. Maar de groeimindset is niet zo’n gril. Dweck identificeerde een set overtuigingen die significant invloed hebben op het leren van leerlingen. En niet alleen in de klas, en niet alleen voor kinderen, maar voor iedereen gedurende zijn hele leven.
Laten we die groeimindset dus niet laten verstoffen op de onderste plank in de kast. Het zou een standaard onderwerp moeten zijn in ons onderwijs, van jong tot oud. Wij vinden dat een van de primaire leerdoelen is om een stevige en langdurige groeimindset te ontwikkelen, zodat leerlingen levenslang genieten van leren!
