De vaste mindset is NIET fout
Dit voorjaar namen wij een podcast op over de ‘wildgroeimindset’, zoals wij die noemen. Dit is de onjuiste boodschap die mensen soms aan de groeimindset toedichten dat je álles kan, dat álles mogelijk is als je maar wil en dat je door keihard te werken álles kunt bereiken.
Natuurlijk helpt het als je open staat voor groei en gelooft dat je beter kunt worden in dingen. Hard werken helpt daar zeker bij, maar het is niet de enige succesfactor.
Als je 45 jaar bent en prima ballerina wil worden bij het Nationale Ballet, dan brengt die wildgroeimindset alleen maar een diepe teleurstelling. Je kunt niet álles bereiken. Wel kun je beter worden in ballet door te oefenen en te proberen, en dát is dan ook de krachtige betekenis van de groeimindset.
Versimpeling van de theorie
De wildgroeimindset komt voort uit een versimpeling van de mindsettheorie en we komen die regelmatig tegen. De groeimindset en vaste mindset verworden dan tot goed en fout: zo moet je wél zijn, en zo beter niet. Maar dat is veel te simpel gesteld en dat kan juist leiden tot veel frustratie en onnodig leed. Wij benadrukken dit ook altijd in onze trainingen en materialen.
Veel behulpzamer is het om de mindsets te zien als copingstrategieën in bepaalde situaties. Wil je leren, je ontwikkelen en verder groeien in iets? Dan is de groeimindset veruit de handigste strategie. Dat is evident. Maar waarom is er dan eigenlijk die vaste mindset? Wat is het nut daarvan? En wanneer komt deze copingstrategie wél van pas?
We maakten ook een poster over de wilgroeimindset. Je download hem hier gratis!
Extreme gevoeligheid
Carol Dweck, de grondlegger van de mindsettheorie, stelt in een van haar vele video’s dat kinderen (van 0-99 jaar!) extreem gevoelig zijn voor de norm in een groep, waarop ze worden beoordeeld en wat wordt gewaardeerd.
Op het moment dat de groepsnorm is gericht op bijvoorbeeld hoge cijfers of op schaamte bij fouten, dan is de vaste mindset een handige copingstrategie: zorgen dat je geen fouten maakt en dus zult kiezen voor haalbare opdrachten. Je zorgt daarmee voor je eigen veiligheid, pure zelfbescherming dus.
Ook als je nieuw bent in een groep en je weet nog niet wat er in een groep wordt gewaardeerd, dan is het veiliger om te laten zien waar je goed in bent, dan je kwetsbaar op te stellen en je twijfel of tekortkomingen meteen te laten zien. Kortom, de vaste mindset is dan een veilige copingstrategie en zorgt ervoor dat je waarschijnlijk ‘in de groep past’.
Kleine signalen
Helaas geldt dit niet alleen voor momenten waarop je nieuw bent in een groep. Ook in bestaande groepen zul je (onbewust) dit soort boodschappen oppikken en vaak worden deze geuit in heel kleine signalen. Een ongeïnteresseerde blik van de leerkracht betekent: hier wordt openheid niet gewaardeerd. Een zucht van je collega betekent: hier mag je geen kritische vragen stellen. Of de rode strepen in het schrift betekenen: hier maken we liefst geen fouten.
Wanneer we kinderen, collega’s of gezinsleden vragen om meer vanuit de groeimindset te handelen, dan móeten we dus ook aan een veilig groepsklimaat werken: laat in álles merken dat de norm in jullie groep (team, gezin) is dat kwetsbaarheid wordt gewaardeerd, dat fouten maken leerzaam kan zijn is en dat uitdagingen graag aangegaan worden.
Het lastige van dit alles is: deze veiligheid komt te voet en gaat te paard. Oftewel: het opbouwen van een veilige norm kost tijd en energie, maar is ook heel kwetsbaar en kan snel verslechteren. Het is dus noodzakelijk om hier constant aandacht aan te blijven besteden.
De belangrijkste factor is…
Die aandacht start bij…. jou. Jij, als groepsleider, bent de belangrijkste factor in het creëren van een veilig groeiklimaat. Waar we veel leerkrachten en teamleiders aan de slag zien gaan met mindsetlesjes en ze mooie posters aan de muur zien hangen (waar overigens niks mis mee is, het kan zeker bijdragen aan de norm in de groep!), is het dus nog belangrijker om kritisch naar jezelf te kijken.
Het is verleidelijk om het kwetsbare proces van leren en groeien bij jezelf over te slaan en de kinderen of je collega’s te vertellen hoe ze meer ‘groei’ kunnen worden. Maar zo werkt het gewoon niet.
Jóuw feedback is belangrijk: welke boodschappen geef jij gedurende de dag aan de groep?
Jouw houding is belangrijk: van wie kunnen de kinderen onbewust gedrag overnemen?
En jouw onderwijskeuzes zijn belangrijk: hoe richt jij groepswerk in? Leg jij de focus wel écht op leren? En hoe maak je dat zichtbaar?
Zelf aan de slag
Neem je eigen mindsets eens kritisch onder de loep door elke dag bij een van de vragen stil te staan en ze met een collega te bespreken of door je antwoorden voor jezelf vast te leggen in een (dag)boekje.. De volgende vragen kunnen jou (en je team!) helpen om goed na te denken over hoe jouw mindsets jouw gedrag beïnvloeden, en/of hoe je je hierin nog verder kunt ontwikkelen. En let op: er zijn geen goede of foute antwoorden, alleen leerzame!

De 8 vragen
- In welke mindset herken jij jezelf nu vooral? Geloof je dat de dingen die bij jou horen, min of meer vaststaan? Of heb je vooral de overtuiging dat je altijd ergens beter in kan worden? In welke situaties ben je bereid om hard te werken en fouten te maken? In welke situaties komt jouw vaste mindset naar voren?
- Wanneer ging je voor het laatst een flinke uitdaging aan waarvan je van tevoren geen idee had of het je wel ging lukken? Welke uitdaging heeft jou echt veel moeite gekost? Bij welke uitdaging wist je van tevoren eigenlijk wel dat je het zonder al te veel falen zou gaan bereiken? Was dit dan echt een uitdaging?
- Maak je weleens fouten? Hoe reageer je als je een fout maakt? Wat zeg of doe je dan? Of maak je liever weinig fouten? Hoe komt dat? Waarom eigenlijk? Wat betekenen fouten voor jou? En wat betekenen fouten van een ander voor jou?
- Ben je vaak bezig met wat anderen over jou denken? Wil je graag dat anderen vooral zien dat je iets goed kan? Of is dat van ondergeschikt belang? Wat zijn dan jouw drijfveren?
- Hoe benader je een taak waarvoor je hard moet werken? Vind je dat vervelend? Zou je het liever wat makkelijker hebben? Of vind je het harde werken voor een taak geen probleem?
- Hoe ga je om met kritiek? Maakt het je van streek omdat je blijkbaar niet goed genoeg bent? Of omdat je ervan baalt dat je harde werk nog niet heeft geleid tot het gewenste eindresultaat? Gebruik je kritiek om jezelf te verbeteren? Hoe doe je dat? Hoe voelt die kritiek?
- Hoe praat en denk je over de kinderen? Denk en praat je vanuit vaste eigenschappen, zoals afkomst en intelligentie? Of denk je vanuit mogelijkheden en groei bij kinderen? En hoe zit dat bij ouders en collega’s?
- Hoe benader je het leerproces bij kinderen? Leg je vooral de nadruk op het eindresultaat, op iets kunnen? Of leg je de nadruk op het leren zelf en de groei tijdens het leerproces? Hoe ga je om met toetsen? En met beoordelingen? Wat zegt dat over jouw manier van lesgeven?
Deze vragen komen uit het theoriegedeelte van onze mappen Groei in je Groep. Nieuwsgierig? Kijk dan hier.