Dit soort uitspraken hoor je regelmatig bij kinderen die moeite hebben met onderdelen van de leerstof. Zeker wanneer ze hiervoor ook remedial teaching of regelmatig extra instructie krijgen, kunnen dit soort ideeën ingeprent raken in het brein van het kind. Het kind raakt overtuigd dat het gewoon niet goed genoeg is en nooit beter zal worden. Het ontwikkelt een vaste mindset.

Mindset veranderen

Het goede nieuws is dat het denken vanuit een vaste mindset kan worden omgezet naar een groeimindset. Dit is geen eenvoudig proces, maar door de juiste randvoorwaarden te creëren en kinderen inzicht te geven in de mindsettheorie van Dweck is het wel degelijk mogelijk. Hieronder een vijf praktische tips:

 

Tip 1: Feedback

Richt bij het geven van feedback de aandacht op het leerproces dat het kind doormaakt. Resultaten en scores worden hierdoor minder belangrijk gemaakt en het kind leert dat alles draait om zaken als doorzettingsvermogen, aanpak en inzet. Richt ook je complimenten hier op. Dit kun je zeggen: “Wat knap dat je niet opgaf bij die moeilijke som!” Vermijd bewoordingen die gericht zijn op ‘vaste’ eigenschappen, zoals intelligentie. Ga dit soort zinnen dus uit de weg: “Het hele rijtje sommen goed. Wat ben jij toch slim!”

Tip 2: Vooruitgang

Vergelijk een leerling nooit met de groep of ‘de norm’ en leer hem of haar dit zelf ook niet te doen. Het gaat om de vooruitgang die het kind boekt ten opzichte van zichzelf, door de inspanning die het zelf geleverd heeft. Het maakt dus niet uit of een kind in een minuut minder tafelsommen maakt dan zijn klasgenoten. Het draait om de groei die het doormaakt: “Je hebt twee weken superhard geoefend op de tafels en kijk eens: je hebt er nu in een minuut zeven meer gemaakt dan de vorige keer!” Het is goed om de groei van het kind visueel inzichtelijk te maken, bijvoorbeeld in een grafiek. Het kind krijgt hierdoor het ‘bewijs’ dat verbetering wel degelijk mogelijk is, als het er maar hard voor werkt.

Tip 3: Leermomenten

Stimuleer een kind om leermomenten te zien in fouten of uitdagende situaties. Leer de leerling een uitdaging te zien als een kans om te groeien. “Je kunt veel van deze lastige situatie leren voor de volgende keer”. Laat hem zien dat een hindernis ook mogelijkheden biedt. “Ik zal je uitleggen hoe je deze fout de volgende keer niet meer maakt”. Geef hem mee dat inspanning iets onmisbaars is. “Als je hard genoeg werkt en een goed plan maakt, lukt het je!” Maak hem duidelijk dat kritiek iets is waarvan je kunt leren. “Hoe kun je ervoor zorgen dat je juf de volgende keer tevreden is?” En dat hij geïnspireerd kan raken door de successen van anderen: “Hoe kun je net zo goed in geschiedenis worden als je vriend?”

Tip 4: “Nog niet”

Er bestaat een prachtig woord dat de focus automatisch op groei en ontwikkeling legt: het woordje NOG. Door dit woord toe te voegen aan negatieve (‘vaste’) uitspraken van een kind, geef je voortdurend aan dat je gelooft in de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind: “Ik ben (NOG) niet zo goed in wiskunde.” “Ik probeerde het te doen en het lukte (NOG) niet.”
Het woordje NOG leidt de andacht af van de vaste eigenschap en richt de aandacht op het leerproces en vooruitgang.

Tip 5: Inzet van Fixie en Growie

De fictieve personages Fixie (met zijn fixed mindset) en Growie (met zijn growth mindset) kunnen worden ingezet om kinderen te leren denken vanuit een groeimindset. Door uitleg te geven over de manier van denken van Fixie en Growie, krijgt het kind inzicht in de mindsettheorie. Tijdens de begeleiding van het kind kan vervolgens gerefereerd worden aan deze kennis, door vragen te stellen als: “Wat je nu doet, hoort dat bij Fixie of bij Growie?”. Als gedrag geobserveerd wordt dat past bij de vaste mindset, is de vervolgvraag logischerwijs: “Wat zou Growie doen?” Er zijn werkboekjes beschikbaar met uitgewerkte lessen over Fixie en Growie.

Onze deskundige trainers geven training aan zowel leerkrachten, ouders als kinderen zelf. Klik op de knop voor meer informatie!